Dit najaar is het veertig jaar geleden dat het Vietnamese leger de Rode Khmer officieel van de macht heeft verdreven in Cambodja. Door het geweld beleefde Cambodja ook de grootste vluchtelingencrisis uit zijn geschiedenis. IPS-correspondent Kris Janssens sprak met Jock. Hij was negen jaar toen hij zijn geboorteland ontvluchtte naar het Khao-I-Dang vluchtelingenkamp in Thailand. Na veertig jaar keert hij terug naar die plek.
Het najaar van 1979 betekende het einde van de Rode Khmer maar ook het begin van de grootste vluchtelingencrisis in het land. De troepen van Pol Pot gaven zich immers niet zomaar gewonnen. Tijdens de hevige gevechten gingen duizenden Cambodjanen op de vlucht voor het geweld. Ze kwamen in opvangkampen terecht, vlak bij de grens met Thailand. Van daaruit hoopten ze te vertrekken naar veiliger oorden, zoals de Verenigde Staten.
Niemandsland
Onderweg naar de vrijheid zaten de vluchtelingen gevangen in een soort niemandsland, waar een bittere machtsstrijd werd uitgevochten.
Jock, nu 49, was één van hen. Hij keert terug naar de plek des onheils om dit traumatische hoofdstuk uit zijn leven eindelijk te kunnen afsluiten. “Dit is de eerste keer dat ik terugga naar mijn huis van toen”, zegt hij. Als hij praat, klinkt Jock als een Amerikaan. Maar zijn hart is Cambodjaans.
Er is ook een audioreportage over het bezoek van Jock aan het voormalige vluchtelingenkamp in Thailand.