Dertig jaar geleden, op 23 oktober 1991, werd in Parijs een akkoord ondertekend dat de stabiliteit in Cambodja moest terugbrengen, na de woelige jaren 80. De Verenigde Naties wilden er een democratie installeren, maar daar is het nooit helemaal van gekomen.
We schrijven de tweede helft van de jaren 1970. Het geweld in Cambodja laait op als de Rode Khmer aan de macht komt. In net geen vier jaar tijd brengt het extremistische communistisch regime anderhalf tot twee miljoen Cambodjanen om het leven.
7 januari 1979 staat in de geschiedenisboeken vermeld als de dag waarop dat schrikbewind ten val wordt gebracht. Het Vietnamese leger wil een einde maken aan de gewelddadige raids die leider Pol Pot over de grens uitvoert en neemt de macht in buurland Cambodja over.
Maar het duurt nog meer dan tien jaar voor de rust in het land kan terugkeren. En dat verhaal is veel minder bekend.
Vietnamoorlog
The Peace Gallery, in de noordelijke stad Battambang, focust op dat moeizame vredesproces. Het museum heeft partners als het Studiecentrum voor Vrede en Conflict en de Universiteit Preah Sihanouk Raja Buddhist. Men wil er vooral jonge Cambodjanen, maar ook diplomaten en toeristen een genuanceerd beeld geven van de recente geschiedenis van Cambodja – met extra aandacht voor de positieve aspecten ervan.
De Rode Khmer kon met Amerikaans geld Chinese wapens kopen om te vechten tegen Vietnam.
Casper Gils, de Nederlandse directeur van het museum, geeft aan hoeveel intriges er schuilgaan achter humanitaire hulp.
‘Omdat Amerika zich niet goed voelde over het verloop van de Vietnamoorlog, werd de (Vietnamese) inval in Cambodja niet als een bevrijding gezien, maar als een daad van extreme agressie’, vertelt hij.
Steun aan Rode Khmer
Westerse landen volgen in die tijd de redenering van de VS. En ook China, dat na de machtsovername plots minder invloed heeft in Cambodja, kant zich tegen Vietnam.
‘Dus steunden ze groepen die òòk anti-Vietnam waren. En daar was de Rode Khmer een onderdeel van.’ Zo ontstaat de vreemde situatie dat de voormalige agressor internationale steun krijgt en zelfs een zitje in de veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
‘De Rode Khmer kon met Amerikaans geld Chinese wapens kopen om te vechten tegen Vietnam’, zegt Gils.
Hongersnood
Om Vietnam onder druk te zetten, wordt in de jaren 1980 noodhulp aan Cambodja geweigerd, met hongersnood tot gevolg. ‘Watervoorziening, elektriciteit… Het kwam allemaal stil te liggen. Mensen gingen dood door makkelijk te voorkomen ziektes, maar er waren gewoon geen medicijnen.’
Onder Vietnamees toezicht komt er een regering met Cambodjaanse ministers. En daar is van bij het begin Hun Sen bij, een voormalige Rode Khmer soldaat die is overgelopen naar Vietnam. In 1985 wordt hij premier en tot vandaag zit hij nog altijd op die stoel.
Politieke spelletjes
‘Het is onduidelijk welke afspraken Hun Sen toen met Vietnam heeft gemaakt in ruil voor militaire hulp’, zegt Gils. Het Vietnamese leger is uiteindelijk tien jaar in Cambodja gebleven. ‘Al die tijd bleef de Rode Khmer heel sterk, dankzij de steun uit Amerika. Eigenlijk was dit het verlengde van de Vietnamoorlog.’
Australië, dat al langer diplomatieke banden had met Cambodja, heeft uiteindelijk opgeroepen om de politieke spelletjes te stoppen. Na verschillende bemiddelingspogingen wordt in 1991 in Parijs een akkoord getekend.
Machtsoverdracht
Daarin staat dat de Verenigde Naties het bestuur van het land tijdelijk zullen overnemen, wat een primeur is. UNTAC (United Nations Transitional Authority in Cambodia) moet de rust in het land terugbrengen en een democratie installeren.
Meer dan 20.000 soldaten, politieagenten en administratieve medewerkers komen in opdracht van de VN naar Cambodja.
Onder toezicht van blauwhelmen kunnen er bruggen, scholen en ziekenhuizen worden gebouwd. 260 000 vluchtelingen keren vanuit Thailand veilig terug naar Cambodja.
‘Het ontwapenen van alle rebellengroepen was ook een belangrijk punt uit het akkoord, maar daar is UNTAC niet helemaal in geslaagd.’
Verkiezingen
Het politieke luik is een ander verhaal. In 1993 organiseren de VN verkiezingen. Die worden nipt verloren door uittredend eerste minister Hun Sen, maar hij wordt de ‘tweede premier’. Vier jaar later pleegt hij een coup en duwt hij zijn coalitiepartner uit de regering.
‘Daar kan je je inderdaad grote vragen bij stellen’, zegt Gils. ‘Je zou kunnen zeggen dat UNTAC enkel de opdracht had om de verkiezingen te organiseren, maar niet om op te volgen hoe de Cambodjanen met de resultaten zouden omgaan. Iedereen was in de eerste plaats erg blij dat er eindelijk vrede was.’
Oppositie buiten de wet
Eerste minister Hun Sen regeert vandaag het land met ijzeren hand. Hij heeft steun gezocht bij China en trekt zich weinig aan van het mensenrechtendiscours uit het Westen.
Eind 2017, kort voor de nationale verkiezingen, laat hij de belangrijkste oppositiepartij buiten de wet plaatsen. Bij gebrek aan tegenstanders wint de regeringspartij een half jaar later alle zitjes in het parlement.
Om zijn beleid te verdedigen, benadrukt de premier graag dat hij stabiliteit gebracht heeft. De oudere generatie, die de ellende uit de jaren 1970 en ‘80 heeft meegemaakt, blijft hem inderdaad zien als een bevrijder en vindt alles beter dan een nieuwe burgeroorlog.
Bij jongeren, die een groot deel van de bevolking uitmaken, is er veel frustratie over corruptie in de politiek. Maar Casper Gils ziet de Cambodjanen niet meteen de straat optrekken om meer democratie te eisen. ‘De mentaliteit is er niet echt voor.’
Naïef
Gils geeft toe dat Cambodja vandaag niet democratisch bestuurd wordt, zoals dat in 1991 bedoeld was. Maar hij wil de ondertekenaars van het akkoord liever niet ‘naïef’ noemen.
‘Het helpt Cambodja niet om het zo te beschrijven. Vanuit een vredesopbouwend perspectief is het belangrijk om een regime niet te negeren of te boycotten. Dat maakt het alleen maar erger. Het is beter om te blijven onderhandelen en op vreedzame manier een oplossing te vinden.’